Het was volle maan en het stormde buiten. En ook al is het een fabel dat er dan meer kinderen geboren worden, deze volle maan stond ik voor het eerst sinds ruim 10 jaar weer eens ‘dubbel’. Zo lang geleden dat ik me helemaal overgegeven had aan het idee dat de beschermengelen van zwangeren, baby’s en vroedvrouwen onderling overleg hebben wanneer het een goede tijd is om te gaan baren. Ik werd om één uur ’s nachts gebeld door vader 1 dat de weeen waren begonnen “maar dat ik nog niet hoefde te komen”. (Ik blijf dit niet snappen op het moment dat ik wakker gemaakt wordt uit een diepe slaap, maar dat terzijde). Terwijl ik mijn best deed weer in slaap te vallen, belde vader 2: “Zo, jij neemt ook snel op”. Ook hier beginnende weeën en ook hier alleen de wens dit alvast door te geven. (Misschien is het net zoiets als de tent op zetten in de voortuin voor je daadwerkelijk met vakantie gaat. Zeker weten dat die waterdicht is en dat de vroedvrouw ook echt opneemt als je haar nodig hebt. Waarschijnlijk is het echter gewoon iets irrationeels van vaders). Even overwoog ik me maar meteen aan te kleden en op pad te gaan, echter de mogelijkheid van wellicht nog een uurtje nachtrust won en ik viel weer in slaap met als laatste gedachte welke van de twee vaders mij als eerste weer zou bellen. Het was vader 1 een half uur later. De geluiden van weeën in de nacht op de achtergrond klonken serieus. Weer een half uur later trof ik een barende vrouw aan geheel en al ondergedompeld in het geboorteproces. Dit zou snel gaan. Toen belde vader 2. Daar waren de weeën ook aan het toenemen, maar het leek nog wel iets milder. Dus ik had goede hoop dat mijn collega er even heen zou gaan voor het begin en dat ik het dan na geboorte van baby 1 weer over mocht nemen. Ik belde mijn collega en bracht mijn aandacht wier terug naar het hier en nu van waar ik was. Een paar uur later vorderde het persen lang zo vlot niet als de ontsluiting en vond de baby dat niet fijn. We gingen naar het ziekenhuis voor hulp. Aldaar met een beetje hulp vorderde de baring alsnog en werd baby 1 blakend van gezondheid geboren. Gelukkig. Nog voor de geboorte van de placenta belde collega: “Wij zijn nu in het ziekenhuis, hoe ver ben jij?” Vlakbij, de kamer ernaast zelfs. Vervolgens maakte ik de geboorte van baby 2 mee, in dezelfde soort kamer, zelfde baringshouding (liggend), zelfde arts-assistent, zelfde respectvolle dans rondom het visie verschil over wel of niet inknippen (het werd gelijkspel). Daarna afwisselend bij beide verloskamers nagepraat en baby’s bewonderd. Bijna klaar om afscheid te nemen en lekker te gaan slapen, belde een andere zwangere met mogelijk gebroken vliezen! Het leek wel een ouderwetse dienst van een reguliere groepspraktijk… Een huisbezoek gedaan (gelukkige geen gebroken vliezen noch weeëen). Ik had een flashback van die diensten van vroeger. Dat de een na de ander je nodig heeft. Tegelijkertijd of vlak na elkaar. Geen verwerkingstijd. Niet even bijkomen. Groundhog Day. Alle bevalingen beginnen op elkaar te lijken. Supersnel schakelen. Continue het logistieke brein aan het werk laten. Zo dankbaar dat ik dat nog maar eens in de tien jaar mee maak nu. En zo dankbaar voor parallel beschikbare collega’s ❤️. Thuisgekomen in de middag mocht ik mijn telefoon doorschakelen naar een andere collega. Heerlijk geslapen. Gedroomd van baby’s en volle manen terwijl de storm om het huis bleef gieren.

Pin It on Pinterest