(caseload verloskunde deel 2)
Er was een reden dat die solopraktijken verdwenen.
Er zitten best vet veel nadelen aan altijd bereikbaar zijn en solistisch werken.
Ook al bepleit ik dat het werken in caseloadvorm juist ook veel voordelen biedt voor de verloskundige zelf, toch zal het nooit geschikt zijn voor elke verloskundige. Het direct in het oog springende nadeel van de solist is voor de meesten het “ altijd dienst hebben”. Alhoewel dit in de praktijk met een solo caseload enorm meevalt (nu ik dit schrijf is het al ruim 24 uur geleden dat ik voor het laatst gebeld ben en dat telefoontje betrof het ontslag van een kraamvrouw uit het ziekenhuis), moet je het wel weten te organiseren rondom je privéleven. Met kleine kinderen en zonder flexibele partner of flexibele opvang (ik had een paar jaar een au pair in huis) is het werken in een groepspraktijk overzichtelijker en mogelijk minder “gedoe”. Veel heeft ook te maken met je eigen instelling en de manier waarop je een solo- of caseload praktijk in je leven organiseert. Tot slot daarom antwoorden op de meest gestelde praktisch vragen.
Wat doe je als je een feestje hebt, je praktijkgebied uit wilt, in de bioscoop zit etc?
Zelf werk ik in een maatschap met inmiddels 8 solovroedvrouwen. Hierdoor is er altijd wel iemand beschikbaar die achterwacht wil zijn. We bellen (of appen) elkaar als we willen, sporten, naar de dokter gaan, een eetafspraak hebben, of wat dan ook waarbij we even niet oproepbaar willen zijn. Wat we ook vaak doen is de telefoon voor een paar uur naar elkaar doorschakelen als we een hele nacht gewerkt hebben. Want immers niets zo erg als na een lange nacht er weer uit gebeld worden! Maar vooral wil je, door het hebben van die persoonlijke relatie, de bevallingen van je eigen clienten helemaal niet missen! Dus laat je je zwangeren zo vroeg mogelijk bellen met beginnende weeen (de bekende ‘rommelmelding’), zodat je alle tijd hebt om te vertrekken van je feestje of locatie buiten je praktijkgebied. En omdat dat echt maar heel heel heel weinig gebeurt, is het ook niet zo storend als je denkt. De meeste feestjes, films en saunabezoeken vinden bijna allemaal bizar ongestoord doorgang. Wel een beetje afhankelijk van de grootte van je caseload natuurlijk. Ik heb 2 tot 3 clienten per maand. De afgelopen 10 jaar ben ik om precies te zijn 1x op zondagochtend eerder weg gegaan van een kampeer weekend voor een geboorte. Alle andere weekendjes weg nog nooit. Toen dacht ik dus: “wat een mazzel dat me dat in de afgelopen 10 jaar nog niet eerder gebeurd is”. Persoonlijk denk ik dat er speciale caselaod beschermengelen zijn die dit regelen met de baby’s in de buik, maar dat terzijde.
Hoe betaal je een waarnemer en vind je die wel voor een relatief laag waarneembedrag?
Omdat wij binnen onze maatschap bijna altijd voor elkaar waarnemen, hebben we zelden een externe waarnemer nodig gehad. In voorkomende gevallen huren we zo’n externe waarnemer gezamenlijk in waardoor deze meerdere dagbedragen bij elkaar kan declareren. Wat we voor elkaar doen, houden we bij op een zelf ontworpen ‘verrichtinglijst’ waarbij we vergelijkbare verrichtingen tegen elkaar wegstrepen. Aan het einde van het jaar betalen we elkaar het verschil uit door middel van zelf bedachte tarieven, afgeleid van de landelijke tarieven.
Worden er niet meer fouten gemaakt, bijvoorbeeld gemiste stuiten, als er niemand anders ‘mee kijkt’?
Wij gaan er vanuit dat we allemaal goed opgeleid zijn tot ‘zelfstandig beroepsbeoefenaar’ en dus ook zelfstandig ons vak kunnen uitvoeren. Toch kennen ook wij natuurlijk ook onze twijfels en onzekerheden. Dan is er altijd wel een collega beschikbaar om mee te overleggen of zelfs even mee te voelen naar een buik. Ook organiseren we samen met andere collega’s Intercollegiale Toetsingsbijeenkomsten (intervisie) en bespreken we incidenteel cliënten waar iets bijzonders mee is.
Zijn mensen niet erg teleurgesteld als je toch niet bij hun bevalling kan zijn?
Dat is absoluut een nadeel van het solo werken! Ik vertel al mijn zwangeren bij de intake dat ik niet kan garanderen dat ik bij de bevalling zal zijn, omdat ik ook wel eens ziek ben, maar uiteindelijk hoopt iedereen natuurlijk dat ik wel bij haar bevalling bent. En dat wil ik zelf ook het liefst. Nog een reden dat ik het niet zo erg vind om eens in de 5-10 jaar een feestje te missen. Overigens krijgen zwangeren in een gemiddelde groepspraktijk ook niet altijd een ‘bekend’ gezicht bij de baring. Ofwel omdat ze medisch geworden zijn en overgedragen, ofwel omdat bijna geen enkele groepspraktijk ziekte en vakantie helemaal intern weet op te lossen. En vooral: omdat ze de verloskundige die bij hun baring is soms maar 1 of 2 keer (kort!) gezien hebben.
Wat doe je als je tijdens het spreekuur met spoed weg moet?
In de praktijk komt ook dat niet vaak voor. (ik vermoed diezelfde beschermengel weer die dat regelt). Door de ‘rommelmelding’ en omdat de meeste bevalling ’s nachts beginnen, lukt het bijna altijd het spreekuur tijdig af te bellen en te verzetten.
Mis je het overdragen niet?
Alhoewel ik het overdragen vroeger altijd heel gezellig vond, lekker even bijkletsen en je verhaal doen, mis ik het helemaal niet. Het scheelt ontzettend veel (reis)tijd. Vooral het ’s ochtends overdragen na een nacht werken mis ik niet. Ter compensatie hebben mijn collega’s en ik regelmatig overleg over elkaars cliënten. Daarnaast bellen we elkaar ook als we echt even ons ‘ei’ kwijt moeten, na een moeilijke bevalling bijvoorbeeld.
Hoe organiseer je de vakantie(s)?
Grote vakanties regelen wij minimaal een half jaar van tevoren en stemmen we in onderling overleg af, zodat er altijd voldoende van ons aanwezig zijn om de lopende, niet à terme, zwangeren op te vangen. Als we tussendoor een weekje of een weekend weg gaan, lossen we dat op door de zwangere ook een paar keer te laten zien door de collega die dan waarneemt. Ook die afwezigheid regelen we vaak al ruim van te voren, zodat de zwangere weet dat ze uitgerekend is in een periode dat haar eigen vroedvrouw er eventueel niet zal zijn. Zelf ga ik bijvoorbeeld elk jaar in juni een week naar Oerol. Zwangeren uitgerekend in juni leren dus standaard een “tweede vroedvrouw” kennen.
Kan je het werk nog wel ‘loslaten’?
Dat hangt erg van je eigen instelling af. Sowieso moet je goed om kunnen gaan met het idee van beschikbaar zijn. Oftewel lekker je eigen dingen doen en pas als iemand je belt weer aan je werk gaan denken. Toen ik nog in een reguliere groepspraktijk werkte ging ik ook al tijdens mijn diensten naar het zwembad en gaf de pieper aan de badmeester. Of belde de boodschappendienst dat ze me alleen voor spoed mochten oppiepen in de bioscoop. Ik ken echter ook collega’s die dat soort dingen nooit doen omdat ze het te onrustig vinden in hun hoofd. Voor hen zou het solo werken dan mogelijk ook niet geschikt zijn. Alhoewel ik echt vind dat je dat mag pas zeggen als je minstens een maand solo gewerkt hebt.
Wat vindt je omgeving ervan?
Mijn man heb ik pas leren kennen een week voordat ik met deze praktijkvorm van start ging, dus hij weet niet anders. Na het eerste halfjaar vroeg hij zich verbaasd af waarom ik zo zelden mijn bed uit moest ’s nachts, hij dacht de verloskundigen altijd zo hard moesten werken…
Mijn familie en vrienden waren al gewend dat ik soms weggeroepen werd omdat ik tijdens mijn diensten in een groepspraktijk ook altijd al afspraken door liet gaan.
Met kleine kinderen is het wel een stuk lastiger: dan moet je een hele flexibele partner hebben, of hele flexibele opvang. Of je gaat (tijdelijk) in een duo gaan werken. Of een paar jaar wat anders doen tot ze op school zitten. Want dat is ook erg fijn van een eigen praktijk: je bepaalt zelf de praktijkgrootte en die kan ook tijdelijk even ‘nul’ zijn! Zo heb ik bij mijn beide kinderen gekozen voor een jaar zwangerschapsverlof na de geboorte. Dit hoefde ik met niemand af te stemmen en ik hoefde er ook geen waarneming voor te regelen.
Hoe kan het ook:
Last but not least: het voeren van een caseloadpraktijk, al dan niet binnen een samenwerkingsverband, vereist behoorlijk wat flexibiliteit en creativiteit. De manier waarop ik het doe is maar één van de manieren waarop je de voordelen van kleinschalige zorg kan combineren met de voordelen van samenwerken.
Andere opties zijn:
- Binnen een groepspraktijk elk je eigen zwangeren hebben prenataal en de diensten blijven verdelen
- In een duo werken waarbij je om en om dienst hebt en je allebei de zwangeren even vaak gezien hebt prenataal
- In een duo werken waarbij elke zwangere een eerste en tweede vroedvrouw heeft. De tweede vroedvrouw de zwangeren van de eerste vroedvrouw dan minstens 1x prenataal en de diensten verdeel je weer. Waarbij je er voor kan kiezen in je vrije dagen facultatief toch je eigen bevallingen te doen (maar niet de visites en andere spoedgevallen)
- Een (kleine) groepspraktijk combineren met 1 of 2 solisten die hun eigen caseload voeren en daarnaast over en weer beschikbaar zijn voor waarneming en dubbelstaan.
Hoe je het ook organiseert, je zult altijd zelf oplossingen moeten vinden voor zaken waarin de standaardzorg niet voorziet. Hierbij gaat het vooral om de financiële organisatie van alternatieve organisatievormen. Als iedereen goed gemotiveerd is om ‘anders’ te werken, kom je hier meestal wel uit.
Mocht je naar aanleiding van dit blog zin hebben om zelf ook een ‘ caseload’ praktijk te beginnen, of nog vragen hebben, dan ben je natuurlijk welkom om contact met mij op te nemen.
Recente reacties